Per 1 januari van volgend jaar gaat het ‘lage-inkomensvoordeel’ (LIV) in
Het LIV staat voor een fiscale stimulering van de arbeidsparticipatie aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Als u werknemers heeft met een relatief laag loon, leest u dan vooral verder. De kans is aanwwezig dat u een loon-kostenvoordeel kunt behalen.
LIV
Als werkgever heeft u miv januari 2017 recht op een LIV wanneer u werknemers in dienst heeft die –op basis van 38 uur werken per week- tussen de 100% en 120% van het wettelijke minimumloon verdienen.
De hoogte van het voordel van LIV is afhankelijk van het gemiddelde uurloon van de werknemer waarvoor de LIV toegekend wordt. Wettelijk is er een maximum gesteld aan de tegemoetkoming.
Het LIV heeft twee categorieën werknemers:
Categorie 1: de werknemersmet een gemiddeld uurloon van meer dan € 9,89, maar niet meer dan € 10,88. Uw mogelijke tegemoet koming kan tot € 2.000 per jaar per werknemer oplopen.
Categorie 2: de werknemer met een gemiddeld uurloon van meer dan € 10,88 maar minder dan € 11,87. Uw mogeijke voordeel tot € 1.000 per jaar per werknemer.
Ket op. Voor deze categorieën is de voorwaarde dat voor deze werknemer in 2017 minimaal 1.248 gewerkte en verloonde uren zijn opgenomen in de loonaangifte.
U kunt hiervan gebruik maken voor werknemers tot de AOW-leeftijd.
De hoogte van het LIV wordt op deze wijze berekend:
Per verloond uur Maximum tegemoetkoming Voorwaarde
Categorie 1 € 1,01 € 2.000 per jaar 1248 uren
Categorie 2 € 0,51 € 1.000 per jaar 1248 uren
Let op: In de wettekst is bepaald dat het moet gaan om het gemiddelde uurloon van de werknemer in het kalenderjaar.